Dit was Gorinchem 25.05.2025
Als we het in Gorinchem over Jan de Rijmer hebben, gaat het niet om de in 1809 geboren Groningse schrijver Jan Gouverneur, die onder deze bijnaam bekend stond en de nog steeds bekende liedjes 'In een groen, groen knolleland', 'Roodborstje tikt tegen 't raam' en 'Toen onze mop een mopje was' schreef. Maar de Gorcumse Jan, die ergens halverwege de 19e eeuw geboren moet zijn, heeft zich misschien wel laten inspireren op de naam van de Groningse Jan. Zo adverteerde er aan het einde van de 19e eeuw in de plaatselijke kranten ook een gelegenheidsdichter onder de naam 'Piet de Rijmer'.
Jan de Rijmer was een bekend straattype, dat in de streek de deuren langsging om in zijn onderhoud te voorzien, door in opdracht rijmen te bedenken. De straatdichter deed dat voor een kleinigheid aan geld of voor levensmiddelen, die hij dan in een mand meenam. Elke stad in Nederland kende dit soort straattypen. Zo was er in Gorinchem rond de eeuwwisseling een hele reeks van dergelijke figuren, meestal alleen bekend onder hun bijnaam: Aaike Tets, Ant Schalk, Daantje Wittebrood, Driek den Harrel, Jan de Rat, Jan Salie, Jans de Alebes, Jantje Stap Netjes, Ka Klep, Mooi Weertje, Oppie, Rook de Wipper, Toontje Poef en Trijn Troet. Sociale voorzieningen waren er nauwelijks in die tijd en hoewel de middeleeuwen vaak de naam hebben, waren leefomstandigheden voor grofweg een derde van de samenleving in de 19e eeuw veel slechter. Mogelijk woonde Jan de Rijmer in een van de krotten die rond de Kalkhaven te vinden waren.
Dat deze straatarme mensen niet door iedereen werden gewaardeerd, blijkt wel uit een krantenbericht uit 1879: '...het zijn echter gewoonlijk lieden, ontdaan van alle eergevoel - wij denken thans onwillekeurig aan den onuitstaanbaren Rijmer - die te lui zijn om te werken en als parasieten voortleven.' De ondertekenaar, 'een vijand van bedelarij, luiheid en ledigheid', zal er weinig problemen mee hebben gehad dat iemand als Jan de Rijmer op veel plaatsen, vaak door schoolkinderen, maar ook door volwassenen, werd weggejaagd, bespot en weggepest. Toch waren er ook die juist meenden dat deze bonte armoedzaaiers voor veel vrolijkheid in de Gorcumse straten zorgden. Waarschijnlijk had Jan een vaste wekelijkse route door de streek. Zo was hij regelmatig in Sliedrecht te vinden en waarschijnlijk ook andere dorpen in de streek.
In de jaren 50 en 60 verschenen in de plaatselijke kranten regelmatig kritische gedichten over actuele onderwerpen. Zo plaatste ene 'G', een pseudoniem voor Gilles van Helden, een reeks van dergelijke gedichten en ook werden er in 1957 enkele geplaatst door ene 'Jan de Rijmer'. 'Mijn geest zweeft steeds rond Gorinchem, De stad, waar 'k vroeger woonde. En waar men mijn rijmelarij met gulle hand beloonde.'
In 2006 noemde een Sliedrechts blad Jan de Rijmer bij de naam Benedictus Kuik. Maar het blijft onbekend wie Jan precies was, wanneer hij werd geboren en waar hij is gebleven.
Van Jan zijn eind 19e eeuw enkele foto's gemaakt. Deze foto's gebruikte de van Antwerpen tot Amsterdam werkende kunstschilder Jacobus Martinus Hefkens in 1896 om een portret van Jan de Rijmer te maken. Het schilderij werd in 1962 aan het Gorcums Museum geschonken en in 1990 voor een expositie over straattypes gerestaureerd. Tegenwoordig is het een onderdeel van de vaste expositie 'Gorcumse Gezichten'. Jan zou vast een mooi gedicht hebben kunnen maken bij de aanblik van zijn portret in het Gorcums Museum.
——————
Bronnen:
Stamkot, B (1989), Joods Gorcum.
Over... Sliedrecht december 2006.
Gorcumse Courant 25-7-1990.
Nieuwe Gorinchemse Courant 17-9-1873, 23-8-1879.
Nieuwsblad (voor Gorinchem en Omstreken) 9-8-1957, 27-4-1960.